Wie was die Otto Cornelis van Hemessen?
Op de begraafplaats in Woubrugge ligt het verweerde graf van O.C. van Hemessen, met een gedenksteen waarop de tekst: ‘IN DANKBARE HERINNERING VAN GEMEENTEBESTUUR EN BURGERIJ VAN WOUBRUGGE’.
De kade aan de westzijde van de Woudwetering, het centrum van Woubrugge, draagt de naam Van Hemessenkade. En in Woubrugge, een dorp met 3600 inwoners, is een (klein) museum: Museum Van Hemessen.


Amsterdam
‘Onze’ Otto Cornelis van Hemessen is geen Woubruggenaar van geboorte: hij kwam op 27 juli 1854 in Amsterdam ter wereld. Zijn vader, ook O.C. Van Hemessen, was meester schrijnwerker en werkte in het Koninklijk paleis op de Dam.  Otto doorliep alleen de lagere school, maar heeft daar voldoende opgestoken om al op jonge leeftijd een dagboek te beginnen dat hij tot het eind van zijn leven bijhield.


Naar Woubrugge
Daar was een vacature voor een veldwachter… Dat was nog een heel gezoek, want waar ligt dat dorp? Otto wordt aangenomen en zal er de rest van zijn leven blijven. Zo wordt hij bekend als de veldwachter van Woubrugge. Na het overlijden van zijn vrouw trouwt hij met Jannetje van der Laan, dochter uit een oude Woubrugse familie.


Boeken
Hoewel hij het druk heeft met zijn werk en gezin (zeven kinderen!) speurt Otto naar informatie, aanwijzingen en details over de historie van Woubrugge en Hoogmade. Hij schrijft hierover niet alleen stukjes in de krant, maar publiceert ook twee boeken: “een boek over de oude heerlijkheden Esselijkerwoude en Heer Jacobswoude (thans
Woubrugge) benevens Hoogmade” en een boek over de kerstening, ontwikkeling door de eeuwen van de kerk in Woubrugge en de bouw van dorpskerk van Woubrugge uit 1653.


Breng maar naar de veldwachter
Zo werd hij een illustere vertegenwoordiger van de lokale geschiedschrijving. Na de publicatie van zijn eerste boek werd hij benoemd tot lid van de Vereniging Oud-Leiden, het Historisch Genootschap, en in 1921 verkozen tot lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
Minstens zo belangrijk was dat hij door zijn aanpak ook bij zijn dorpsgenoten interesse in de geschiedenis wist te wekken.

Dit leidde er ook toe dat als er ‘iets ouds’ gevonden of opgegraven werd men reageerde met “Breng het maar naar de veldwachter”. Hij beschreef het en het kreeg een plaats in het gemeentehuis of bij hem thuis.


Pensioen
Na 36 jaar veldwachter ging Otto in 1920 met pensioen, waarna hij meer tijd kreeg om zich in de historie van Woubrugge en Hoogmade te verdiepen. Zo heeft hij verschillende historische tentoonstellingen georganiseerd.
Pas in 1953 kreeg zijn ‘historische verzameling’ een vaste plaats in wat nu Museum Van Hemessen is.


Zijn belangstelling voor de lokale geschiedenis heeft geleid tot:
• Museum Van Hemessen waarin (nu meer dan) 1400 nummers de historie van Woubrugge/Hoogmade illustreren.
• de Historische Vereniging O.C. van Hemessen die de belangstelling voor en de bestudering van de geschiedenis en folklore wil bevorderen.
• de Stichting tot Behoud van het Cultureel Erfgoed van Jacobswoude, die zich inzet voor bestudering en het behoud van het cultureel erfgoed van
Woubrugge/Hoogmade in het algemeen en in stand houden van Museum van Hemessen in het bijzonder.
En dit alles, in het voetspoor van Otto, door vrijwilligers.

Website is Protected by WordPress Protection from eDarpan.com.